We verlaten Koh Samui. Voor 2000 bath konden we nog 2 uurtjes langer blijven maar dat aanbod hebben we niet aangenomen. Deze vlucht was weer overvol. Maar het ging wel wat beter. We hadden een Japanse in ons midden maar zo goed als zo kwaad probeerden we te converseren met elkaar. Het was zowaar gezellig. Totdat de landing ingezet werd, we op de grond stonden en er een hele kist uit de schappen viel. Gelukkig in het gangpad. Pff op t nippertje.
We werden opgepikt en anderhalf uur later zaten we op kamer van het Nouvo city hotel in Bangkok. Beste kamer tot nu toe! Aan de overkant aan de saté gezeten. En later de taxi genomen naar de massagesalon van 2 jaar geleden. Top! En wat is het hier weer druk. Maar wat geweldig. De tuktuk scheuren je weer voorbij. De herinneringen komen snel weer terug.
Wekker gaat om 5.30! Way to early! De koffers staan al ingepakt voor de 3- daagse reis naar de River Kwai. Wassen en aankleden, laatste dingen erin en naar t ontbijt. Daar was geen nee. Wow wat lekker. 6.30 gaan we weg. Althans dat is de bedoeling. T onze gids vraagt of we de paspoorten bij ons hebben. Uiteraard. Nou nee dus. Pleite. Weg. Niks te vinden. Grote koffers stonden al opgeborgen in een aparte ruimte. R naar de kamer om daar te zoeken. Koffers bekeken. Eerst natuurlijk niks. M naar de slaapkamer. Net boven gekomen. Telefoontje. Paspoorten zijn boven water. Een half uur later dan gepland, vertrekken we. Eerst maar eens Bangkok uit zien te komen. We gaan naar een markt waar de trein doorheen rijdt. Superdruk met toeristen maar wel grappig om te zien. 2 jaar geleden hebben we ook zoiets gedaan. Eigenlijk wel net zo leuk. Daar waren iets wat minder mensen. Maar al met al hebben we ons daar prima even vermaakt. Dan gaan we verder naar de drijvende markt. De drijvende markt ligt ongeveer 100 kilometer ten westen van Bangkok, in de provincie Ratchaburi. We gaan door de klongs naar de markt. We hebben een jong broekje die veel te hard door het water sjeest. Klets nat komen we aan. De drijvende markt is er alleen nog voor de toerist.

Die zie je daar dan ook in overvloed. Tis niet echt ons ding. Nog wel mooie foto’s kunnen maken. En het is ook geen drijvende markt. Je vaart er met een boot heen. En dan is op het vasteland alleen maar toeristentroep. Niks geen handel op t water. Of zo weinig dat je t geen naam kunt noemen.
Dan door met de reis door Kanchanaburi. Tijd om te eten. Werkelijk op een prachtige plek. Aan de River Kwai. En het eten, heerlijk. We kregen een heel menu. Soep, kip, rijst, groente, omelet, soort gehakt. En allemaal even lekker.
Dan een heel ander onderdeel. We brengeneen bezoek aan het ereveld Chungkai een van de drie rustplaatsen voor de slachtoffers van de dodenspoorlijn. Hier liggen veel Nederlanders (300). Ze zijn omgekomen tijdens de aanleg van de Birma spoorlijn. We zijn er stil van.

We vervolgen de reis die ons voert naar een grot. De Wat Tham Khao Pun, een grottempel. In de grot, tussen de stalagmieten en stalactieten, zijn boeddhistische en hindoeïstische beelden en beeldjes, een klein heiligdom. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, gebruikten de Japanners het grotcomplex als opslag. Zo werd in deze grot zijn tijdens de oorlog medicijnen verstopt. Nu staan er allemaal beelden van alle soorten geloven. Ook staat er een rieten huis als voorbeeld hoe de mensen in die tijd een dak boven het hoofd hadden. Je wordt er niet vrolijk van. En dan zijn we al bij de brug over de River Kwai. Ze zijn druk bezig om de brug te herstellen. De zon schijnt, het is heel warm. Hoe zwaar is het geweest om daar te werken. Het is er best wel druk. Fijn dat er nog zoveel mensen hier belangstelling voor hebben. We gaan naar ons hotel Puun Waan. Aan de rivier Kwai. We hebben er mooi uitzicht op. Het ligt op een prachtige plek. Wel een beetje in the middle of nowhere. Ze spreken er niet echt engels. We dachten slim te zijn om te eten op onze kamer. Dus willen de bestelling telefonisch doorgeven. Na 3 telefoontjes en 8 mensen te hebben “gesproken” hebben we de handdoek in de ring gegooid en ons op de chips gestort.
We mogen uitslapen. Onze gids T halt ons om 9 uur op. Na een thais ontbijt vertrokken we mooi op tijd om richting de Hellfire pass te gaan. Nog indrukwekkender dan gisteren. Wat is er hier een pijn en gruwelijkheden geweest. Hardwerken, 18 uur per dag, gemene bewakers, muskieten, geen eten, niet rusten. Vreselijk. En super gevaarlijk werk. Er moest in de bergen verschillende passen gehouwen worden uit de rotsen, zwaar en lastig werk. De pass waar wij zijn is de grootste. Heftig. Het is een 1200 meter lange en 5 meter brede passage door een berg die onder erbarmelijke omstandigheden door krijgsgevangenen en dwangarbeiders is uitgehakt. ’s Nachts werd het werk verlicht door olie- en carbidlampen, vandaar de naam Hellfire pass.
Daarna gaan we nog naar het museum. Je ziet dan Japan toch weer in een ander perspectief. Thailand stond d’r bij en keek er naar en deed ook niks. Hmm.

Dan gaan we zelf een stukje treinen over het spoor. Maar eerst lunchen bij het treinstation van Ban Nam Tok. Met de boemeltrein zetten we de reis over de oude spoorlijn voort naar het plaatsje Ta Ke Len, een schitterende tocht. Ik sta klaar met de camera als het boemeltje langzaam voortbeweegt over de beroemde houten viaducten langs de River Kwai. We boemelen 2 uur lang om ten slotte uit te komen bij de brug over de River Kwai. We hebben tenslotte nog niet genoeg getreind deze vakantie :). Het is een prachtige tocht. Het eerste uur is zeer divers en rijden we over een houten brug. Heel spectaculair. Heel smal. Je ziet het water onder je en hij kraakt brrr. Het laatste stuk rijden we door het platteland. Veel rijst, banenbomen, mensen aan t werk. Ook heel mooi. Als toetje staat ons hotel aan de river Kwai. Zwembad met het uitzicht op de rivier. Heerlijke bedden en ’s avonds daar heerlijk gegeten. M stond wel in de fik van de groene curry en de koude vis salade. Maar de zoetzure garnalen waren voortreffelijk!
De laatste dag alweer van de toer. We gaan naar de Erawan watervallen. Je kunt er 7 bezoeken. Wij hebben er 4 gedaan. Bij iedere waterval is een poel waar je kunt zwemmen tussen de vissen. Vissen die aan je voeten knabbelen. Nou knabbelen hele happen! Een heel vreemd gevoel. Ze zijn nu wel weer lekker glad :).
‘S middags terug naar Bangkok. Zo rustig als het was in Kanchanaburi hoe druk is het hier weer. Even omschakelen. Even een sateetje gedaan bij de overburen. De ober was een beetje stoned. Tenminste zo leek het. Het bier was warm. Maar de saté was goed. Daarna richting ons favoriete massagetent en via khao san road weer terug naar t hotel. De dagen vliegen voorbij.