Nog schadevrij op weg naar Chiang Mai …

Zaterdag 27 oktober

Wat hebben we heerlijk geslapen. Heerlijk bed, dekbed, kussens. Kunnen we ze niet meenemen naar huis?? Bij het ontbijt is ook alles in overvloed. Kortom, een geweldig luxe hotel, waarschijnlijk het mooiste van onze reis. Ondanks onze rustdag stappen we toch weer in de auto. We gaan naar Ban Khok Sanga Cobra Village, het ligt zo’n 55 km verder op. Een uurtje rijden. Het is een compleet dorp met cobra’s. De rit er naar toe is prachtig. We vinden het dorp afschuwelijk. Als we aankomen is de show al bezig. Mannen gaan een wedstrijd aan met de cobra’s. Ze slaan en boksen als het ware op de beesten. Echt, zo niks aan. Ze staren naar de slang, waarbij het soms verkeerd afloopt. Vaak worden de jongens gebeten en in een paar gevallen liep het de laatste jaren dodelijk af. Ook slingert er een jongen met een slang in de lucht, toen waren wij er helemaal klaar mee. Er lagen nog slangen in grote verblijven. Maar na een paar slangen vertrokken we weer richting Khon Kaen.

We gaan eerst langs de Wat Nong Wang tempel (Wat Phra Mahathat Kaen Makhon). Een negen verdieping tellende tempel. Wat een pracht en praal. De tempel wordt druk bezocht. In de tempel zitten tientallen monniken. Vele bezoekers bidden samen met een monnik. Er hangt een hele fijne sfeer. Na wat plaatjes te hebben geschoten gaan we lekker zwemmen bij het hotel. Het is zo’n 35 graden dus een beetje verkoeling is wel lekker. Gisteren waren we bij een eettent beland van een Nederlander (uit EIndhoven). Een katoey helpt ons. Eentje die zeer overdreven is maar wel gezellig. We bestellen ons eten en raken aan de klets met die Eindhovenaar. Hij heeft de zaak nu 3,5 jaar en het is heel hard werken volgens hem. Maar zit vervolgens wel de hele dag op zn achterwerk. De tijd verstrijkt en we hebben nog steeds geen eten. De masseuse van R staat op hem te wachten dus R ondergaat de massage op de lege maag. M eet in haar eentje. De Pad Thai van R is gecanceld. De eindhovenaar gaat verhaal halen bij zn vriendin. M hoort em mopperen. Vervolgens komt de vriendin langs bij M om zich te verontschuldigingen en een gratis Pad Thai aan te bieden. Nou zegt M is niet nodig. Ja dat was het wel. Nou heel lang verhaal kort. Die eindhovenaar ligt bij dezelfde massagesalon als R. Die stormt die zaak binnen, hè roept hij, ligt MEPPEL hier soms?, en gooit het gordijn zo open. Heeft ie een zakje Pad Thai bij zich. R voelt zich helemaal opgelaten. Hij geeft de Pad Thai stiekem aan de masseuse. Vervolgens ontwijken wij de volgende dagen de Brabander.

Zondag 28 oktober

We vertrekken vroeg uit Khon Kaen. Het is een heuvelachtige route naar Phitsanulok. De bochten zijn scherp, de kuilen zijn diep (het lijken soms wel de potholes in Zuid-Afrika). Blijkbaar kunnen er olifanten uit de bosjes komen want we zien verschillende waarschuwingsborden. Ze hebben hier hele grote tankstations waar allemaal winkels gesitueerd zijn. Kleding, 7/11, Amazon (koffie) enz. Je hoeft niet zelf te tanken. Dat wordt voor je gedaan. Je geeft aan hoeveel je er in wilt hebben (vol of voor een bepaald bedrag) en klaar is kees. Er zijn ook altijd toiletten en die zijn super schoon. Vaak heb je 1 a 2 zittoiletten en een paar hurktoiletten. Onderweg kom je ook diverse roadblocks tegen van de politie. Vaak als je van de ene “provincie” naar de andere gaat. We mogen altijd doorrijden. Het is wel een grappig gezicht, vaak staat er eerst een soort paspop in politieuniform je op te wachten. Daarna komen de echte politieagenten. Ook zijn er veel wegwerkzaamheden. We gaan soms slalommend over de wegen. Je moet echt donders uitkijken. Zo zie je een opa met een kleinkind over de wegwandelen, een hond die je tegemoet komt (we zien halve honden op de weg liggen), scooters die je tegemoet komen, motorrijders die ons in een korte broek inhalen dus we zijn altijd blij als we zonder schrammen bij het hotel aankomen. De ruim 325 km gaan vlotjes. M scoort nog een lichtgevend vest tijdens de plaspauze en rond een uur of 1 zijn we in Phitsanulok. Vanuit ons hotel zien we de Wat Nang Phaya Tempel: Nang Phaya Temple ligt in het midden van de rivier die verkeer tussen de Mahathat-tempel en de Ratchaburana-tempel in Phitsanulok vasthoudt. We duiken gelijk het zwembad in. Het is nog steeds erg warm en na de rit van een paar uur is dat wel even lekker. We gaan eten bij een typisch Thais restaurant welke goede recensies heeft gekregen. Met de fietstaxi (die voor de deur van het hotel staan) worden we er heen gebracht. Niet dus. We worden gewoon ergens anders afgezegd. Dit jaar is het echt pet met de taxichauffeurs. In Bangkok zijn we 1 keer met de tuktuk gegaan. Deze wilde even een extra tussenstop doen, bij zn vriend. (Gewoon een truc, zo’n tussenstop om je wat aan te smeren) Maar wij zijn ook niet van gister. Met harde bewoordingen heeft R geregeld dat hij in 1x doorreed maar de lol is er wat van af, voor de chauffeur ook. We zijn dan ook blij met grab. Alleen rijdt die nog niet in iedere stad. We eten daarom ergens anders, ook lekker.

Maandag 29 oktober

Alweer de laatste reisdag met de auto. Leuk naar Chiang Mai. We hebben er zin in. Dus de wekker gaat vroeg, we smikkelen nog even van een heerlijk Aziatisch ontbijt en rijden rond 8 uur weg. De TomTom geeft een andere weg aan dan Google. Het scheelt 100 km dus we gaan via de korte route. Wat ook de geplande route is. We hebben hete dagen achter de rug. Het begint ‘s morgens al met zo’n 28 graden. Op sommige stukken reden we in de bergen dan daalde de temperatuur tot 24 graden om aan het eind van de middag weer 32 graden aan te tikken. Ook vandaag is het een afwisselende route. Eerst de stad uitkomen. Dat is altijd een strijd op zich. We werpen ons altijd in het feestgedruis en laveren weer door de tuktuks, fietsen (ja ze fietsen hier ook. Het zijn vaak hele kleine fietsjes, je kunt met je knieën trappen :-)) en auto’s. De meerderheid zijn Pick-ups en SUV’s. Personenauto’s zijn heel vaak Toyota’s, Nissan’s en Hyundai’s. Uiteraard zijn er ook veel barrels. Maar rijden als een dolle kunnen ze allemaal. Daarna is het rustiger op de weg. We rijden weer door een park. De wegen gaan dan van bocht naar bocht. Als een tweede Max Verstappen manoeuvreert R de auto door de bergen. Veel meer bomen hier. In het lagere gebied weer de rijstvelden. Je ziet echt dat de Isaan armer is dan bijvoorbeeld Kanchanaburi (river Kwai). We hebben de sokken er in, want we willen naar onze vrienden in Chiang Mai. Rond 13 uur zijn we er. Zonder kleerscheuren hebben we de kleine 2000 km gereden. Dat is toch wel fijn. Inchecken in het Mövenpick hotel. Dit ligt naast het Duangtawan hotel waar we vorig jaar zaten. Hip en modern. Nou dat past precies bij ons, alhoewel dit gedeelte van de reis wel vermoeiend was dus de jaren gaan toch wel een beetje tellen ahum. We gaan naar een Australische bar voor een heerlijk koel drankje, eten bij ons favoriete restaurantje. Bezoeken de oude muur, lopen langs de rivier en over de avondmarkt. Chiang Mai is gewoon een heerlijke stad. We fantaseren over het kopen van een appartementje hier. Morgen gelukkig hier nog een dag.

Dinsdag 30 oktober

De laatste week is alweer ingegaan. Vandaag een vrije dag in Chiang Mai. We zijn toch alweer vroeg wakker. De auto wordt vandaag opgehaald. We weten alleen niet hoe laat en door wie. We hebben al actie ondernomen om dit te regelen. Maar een duidelijk antwoord ho maar. We laten de receptie weten dat we in het restaurant zitten voor het geval de meneer van budget komt. We worden niet opgebliebt. Uiteindelijk is die meneer geweest, heeft de auto meegenomen (we hadden de sleutels afgegeven aan de receptie) en hebben we nooit iemand gezien. Daarna begon het feest om in te checken. Dat ging ook niet helemaal zoals we dat wilden. Dus we zijn em gesmeerd, richting de ommuurde stad. Het is lekker warm, dus we lopen van barretje, naar restaurant, naar tempel, naar barretje enz. We eten bij Mr. Kai een echte aanrader. We zien verschillende tempels en allerlei kleuren en maten. ‘S avonds eten we saté en nasi goreng bij de Indo.