
Twee dagen in het teken van grote hoogtepunten. De eerste dag beklimmen we de vulkaan Cotopaxi (5897m) en dag twee nemen we de Chimborazo voor onze rekening. Op de weg naar N.P. Cotopaxi komen we langs de veemarkt en de donderdagmarkt van Saquisilli. Op de veemarkt zijn met name koeien, schapen en varkens. Op de markt van het dorpje Saquisilli met groente, fruit, kleding, ijzerwaren, DVD’s en heel veel eetkraampjes. Beide authentieke markten worden alleen door indigenas (de plaatselijke bevolking) bezocht. Let op met foto’s maken daar zijn ze hier niet erg van gediend. Dus mocht je dit al doen, doe dit dan heel onopvallend.
En dan toch eindelijk naar Cotopaxi, in N.P. Cotopaxi. De vulkaan is de een na hoogste berg van Ecuador en een van de hoogste actieve vulkanen ter wereld. Als je geluk hebt, en dat hadden wij, kun je vanuit de lucht de volmaakte, met sneeuw bedekte kegel zien. Echt een WOW momentje. Voordat we de Cotopaxi gaan beklimmen bezoeken we het museum met opgezette dieren die leven in het N.P. Cotopaxi (o.a. herten, vossen, lama en condor). We worden met de bus op hoogte gebracht: 4500m. We komen door verschillende vegetatiezones heen. Het hoogste deel heet páramo (3500-4500m), daaronder ligt hoogland, dan nevelwoud en eventueel regenwoud. Páramo komt alleen tussen 10º noorder- en zuiderbreedte voor. In de páramo groeit de nationale bloem van Equador, een soort distel met oranje bloem.
De tocht naar 4.800 m is een pittige. Je moet je tijd nemen en goed voorbereid (en dan bedoel ik met voldoende kleding) het zig-zag pad naar boven nemen. Ik had bijvoorbeeld 1 hempje, 1 t-shirt, 1 shirt lange mouw, 1 fleecevest, 1 windjack, 1 hoofdband, 1 muts, 1 jascapuchon, 1 paar handschoenen aan. Want het is daar heel, heel erg koud. We streden tegen vele elementen: regen, hagel, kou en wind. Daarentegen kun je als tegenprestatie boven in de berghut warme chocolademelk (wel erg duur!) en een sticker voor in je paspoort halen. En dan kan de afdaling beginnen. Tja dat is natuurlijk appeltje eitje. Na deze inspannende tocht de bus weer in om te vertrekken naar Baños (1800m). Baños wordt ook wel het “Valkenburg van Ecuador” genoemd. Het ligt aan de voet van de actieve vulkaan Tungurahua (5020m). De afgelopen zijn er verschillende uitbarstingen geweest.
De volgende dag vertrekken we naar de Chimborazo (6210m), de hoogste berg van Ecuador. Onderweg hebben we een prachtig uitzicht op de besneeuwde bergtop. Op de páramo zien we vele vicuñas (soort lama). We worden op een hoogte van 5000m gebracht. We lopen naar berghut op 5200m. Wat een verschil met de Cotopaxi. We hadden nu prachtig weer, en het voelde aan als een lekkere stevige wandeling. Ook hier kun je weer een sticker voor in je paspoort kopen. De afdaling naar de 5000m ben ik zonder al te veel te slippen en te glijden heelhuids beneden aangekomen. Ondertussen wil je ook genieten van het uitzicht. Dan dalen we verder de Chimborazo met de mountainbike af richting Riobamba. Dit is zo’n 37,5 km. Een hele ervaring! Met helm op, arm en kniebeschermers aan, dik ingepakt en dan fietsen maar. Ik had nog nooit eerder op een mountainbike gezeten dus je snapt ik zat alleen maar in de remmen te knijpen want je gaat met een noodvaart naar beneden over gruis en zand en stenen. Eindelijk stonden we beneden, kramp in mijn vingers en ik dacht o jee hoe houd ik dit vol. Maar toen kwam er een vlak stuk, het werd gewoon leuk. Je kon over stenen en door gaten rijden en er gebeurde niks. Super. Er zijn twee gidsen mee, een voor en een achter en er reed nog een bezemwagen mee. Dus dat was wel goed geregeld. Echter toen kwam het zware gedeelte 2,5 km omhoog nou toen ben ik toch maar afgestapt ik voelde me net Rintje… mijn benen waren helemaal verzuurd! Halverwege een stop om wat te eten en te drinken. Na al die inspanningen dacht ik dat we er bijna waren: nou nee we waren pas op de helft…. Nog een keertje omhoog en dan omlaag via joekels van keien. Maar ook dat weer overleefd. De laatste kilometers daalden we af, maar dan langs honden die ietsjepietsje vals waren. Van te voren waren we geïnstrueerd dat we niet mochten gaan trappen want dan had je een hond in je enkels. Dus vol spanning en sensatie naar beneden. De eerste hond viel mee, daar bleef ook een gids bij staan. De tweede hond viel niet mee, hij rende een hele tijd mee en ik maar denken Marianne niet bang zijn en VOORAL NIET GAAN TRAPPEN!!! uiteindelijk haakte hij af. Bij de volgende bocht stonden een paar groepsgenoten te wachten dus ik stop, helaas het was niet goed. Iemand van mijn groep was gevallen. Die kon de bocht niet meer houden en was zo de greppel in gelanceerd. Hij loopt nu met rug en nekklachten, maar hij heeft foto´s in het ziekenshuis laten maken en er is niks kapot. Flink geschrokken dus de laatste meters wat langzamer naar beneden.
De tocht bracht ons van dorre hoogvlakte, waar niks groeit, door de páramo naar de akkers. Prachtige uitzichten. We zijn de Chimborazo half rond gefietst en hebben z’n “5” toppen gezien. Ook zagen we de vulkaan El Antar (5319m), 75 km verderop liggen. Verder veel vicuñas gezien, indigenas op het platteland, met koeien, schapen, varkens en vicuñas op de weg. Na fietstocht via Riobamba naar ons hotel in Urbina, een oud stationsgebouw wat eenvoudig en erg koud is. Het schijnt een prachtige omgeving te zijn met uitzicht op de Chimborazo. Maar door alle perikelen en een bezoekje aan het ziekenhuis hebben we dat niet meer gezien. Maar al met al hebben we twee indrukwekkende dagen achter de rug.