Om 9 uur stond Victor klaar om ons op te halen. Na een ontbijt met Friese snelle Jelle (de vissekoppen met rijst lieten we dit x aan ons voorbij gaan) zijn wij ook klaar voor de trip. De dag stond onbedoeld in het teken van eten. Laten we bij t begin beginnen. Een mooie grote rode auto neemt ons de komende 4 dagen mee door het noorden van Luzon. Vandaag gaan we naar Baguio. Ik kijk m’n ogen uit onderweg. Heel veel rijstvelden. Ossen die er lopen. Filipinos druk aan t werk in de velden. Kortom een prachtige rit. Hoe dichter we bij de stad komen hoe meer planten we zien. De stad ligt op 1540 meter boven zeeniveau en heeft om die reden het hele jaar door een heerlijke temperatuur. Nu vinden wij het behoorlijk frisjes. De stad is omringd door bos wat voornamelijk bestaat uit dennenbomen en de stad wordt dan ook wel City Of Pines genoemd. Baguio wordt ook wel de zomerhoofdstad van de Filipijnen genoemd. Veel rijke Filipinos hebben hier een tweede huis. En ook de regering heeft hier huizen waar ministers en dergelijke huizen. Zon en donkere wolken wisselen af. Het maakt het warm en frisjes tegelijk. We gaan eerst naar de mansion. The Mansion, ook bekend als Mansion House, is het officiële zomerpaleis van de president van de Filipijnen. Het moet op Buckingham palace lijken?? Ik zie t niet. Daarvoor lag een water door 1 of andere belangrijke architect uit Washington DC. Ik heb niet helemaal goed geluisterd. Daarna 100 trappen naar beneden. Naar de paarden. Dat kennen wij gelukkig niet meer. Verschillende paarden aangelijnd om een stukje mee te rijden. En het weekend is het hier heel druk verteld Victor. Nu niet zo. We gaan naar de Mines View Observation Deck. Helaas. Die is gesloten. Inmiddels komt de mist opzetten. We moeten nog even langs de souvenirstalletjes van Victor. Ineens was ik Rudy kwijt. Die stond aardbeienjam te kopen bij een mevrouw die graag met hem mee wilde. Toen kwam ik eraan. Ze kreeg een hele rode boei. I love you maam. Jaja. We besluiten daar te eten. En gaan voor Filipijns. Kare kare (stoofpotje met pindasaus en bief), boneless vis en chicken mami (een soort kippensoep). Bij dat laatste dacht R dat ie noodles zonder soep kreeg. Je had z’n gezicht moeten zien toen er een soepvitrine aan kwam. Ik moet zeggen dat mij alles prima smaakte 😊 We gaan naar t hotel. Ik maak nog even een ommetje door t Burnham Park, met meertje. Volop vertier voor kinderen. Romantici kunnen terecht in de zwaan in t meertje. En de sportieveling kan op een driewieler terecht. Ik kom nog langs een parkeerplaats met allemaal jeepneys. Een kleurrijk gezicht. Vanavond Thais! In de dichte mist rijden we er naar toe. Het gaat allemaal goed. Geen idee hoe hier de verkeersregels zijn. Maar er wordt niet veel getoeterd en mensen geven elkaar de ruimte. Het was een fijne dag!
We vertrekken van Baguio en het einddoel vandaag is Sagada. Sagada is bekend om zijn doodskisten die hangen aan de bergen en die “verstopt” liggen in grotten. Voordat we er zijn rijden we eerst uren door prachtig berglandschap. We hebben er mooi weer bij. Het is echt genieten. Voordat we de stad uit zijn zien we prachtige gekleurde huizen. Dan stoppen we als eerste bij een aardbeien farm. Als we uitstappen worden we gelijk belaagd met verkopers van aardbeienijs. Het is ons nog wat te vroeg op de morgen. Het moet nog 9 uur worden. Arbeiders zijn druk aan t werk op de velden waar ook andere groenten geteeld wordt. De volgende stop is op t hoogste punt van de Filipijnse highway. Mooi uitzicht op de bergen.
Deze dagen rijden we namelijk door de bergen. Het is genieten. De wegen zijn over het algemeen genomen aardig berijdbaar. Echter we zijn veel landverschuivingen. Dus aarde, stenen, rotsblokken liggen op de weg. Victor rijdt rustig om alles heen. Het gaat heel gemoedelijk. Take it easy. De bochten rijgen zich aan een. We maken een sanitaire stop. Het damestoilet is voor tuinkabouters 😎. Het is veelal wel schoon. Doorspoelen doe je met een emmer water. Zoals in veel landen. We moeten nog 2 uur rijden voordat we Sagada bereiken. Omdat er veel te zien is vervelen we ons niet. Veel loslopende honden. Victor vertelt dat ze hier in de bergen nog hond eten. Ze mogen niet meer op de markt verkocht worden. Ik zie varkens in een klein hok. Kippen die opgehokt zitten. Mooie kippen lopen vrij rond. Poezen zie je veel minder. Naar Sagada toe is het vrij opgeruimd, weinig rotzooi langs de kant van de weg. Ook is men overal met de weg bezig. En dan bedoel ik vegen. Maar ook aan de weg werken. De zon schijnt als we aankomen in Sagada dat ligt in het berggebied van de Mountain Province. Onderweg hebben we ze al gezien. Hangende grafkisten. De omgeving is omgeven met grotten, rijstvelden, riviertjes, watervallen en dennenbomen. We gaan gelijk starten met de excursie. Ik had me voorbereid. Ik had dichte schoenen meegenomen. Dat bleek helemaal niet nodig. Op m’n “jezus” Nikes loop ik met de gids mee. Eerst de kerk in. Hij vertelt me hoe het met de doodskisten zit. Zie hieronder. We lopen over een begraafplaats, wat nu de normale manier van begraven is geworden. Alleen oudere mensen willen nog wel eens de voorkeur hebben van het hangen aan de rots. We staan op een uitkijkpunt en zien de kisten in de verte hangen. Eigenlijk is dit de toeristische versie. Ze hangen op veel meer plekken maar dat houden ze toch liever voor henzelf. De plek waar wij heengaan is ook redelijk makkelijk bereikbaar. Op andere plekken is het een hele uitdaging met over riviertjes springen e.d. We lopen rustig naar beneden via een soort van trap. Soms van cement. Dan weer grote keien. Gelukkig is het droog. Het is maar een klein beetje slipperig.
Let op. Hieronder een beetje luguber verhaal. De Igorot, de benaming voor een aantal bevolkingsgroepen dat hier woont, heeft deze traditie in t leven geroepen. Het wordt inmiddels al 2000 jaar gedaan. De doodskist wordt zelf gemaakt door het uithollen van een boomstam. Is de dierbare eenmaal overleden? Dan wordt deze vastgebonden met rotanbladeren en wijnstokken, bedekt met een deken en dan gerookt om te voorkomen dat het gaat rotten. Vervolgens wordt het lichaam in een foetushouding in een kist van een meter geplaatst. Als de overledene niet geheel in de korte doos paste, werden vroeger de botten gebroken om diegene er alsnog in te passen. Maar tegenwoordig maken ze de kisten net iets groter. Daarna brengen de inwoners de dierbare naar een grot of rots voor hun definitieve rustplaats. Hier druppelen de familieleden voor geluk de vloeistoffen van het ontbindende lichaam over zich heen, voordat de kist de rotswand wordt vastgenageld. Waarom begraven in de hoogte? De Igorot geloven dat hoe hoger je wordt begraven, hoe groter de kans is dat je in het hiernamaals komt en dus bij je voorouderlijke geesten terechtkomt. De Igorot begraven hun doden al meer dan tweeduizend jaar op deze wijze. Het gevolg: sommige lijkkisten hangen al meer dan een eeuw aan de steile rotswand. Het is een apart gezicht.
De gids verteld dat ze de overledenen die eenmaal zijn “begraven” met rust laten. Je mag de kist niet meer aanraken. Ze zijn bezig met hun laatste reis in een natuurlijke omgeving. We beginnen weer aan de klim naar boven. Ondertussen lopen we tussen de koffiestruiken. Het is erg vredig hier. Mijn gehijg maakt t wat minder vredig. We rijden een stukje verder en daar bezoeken we een grot. Er liggen heel veel kisten ingeklemd in een gat in de rots. Ik glibber weer omhoog. Dan gaan we naar de beroemdste grot. Sumaging. Het is redelijk begaanbaar. Ik hou me stevig aan de reling vast. De kisten zie je niet zonder zaklamp. De kisten lagen vroeger dichter bij de ingang maar de toeristen zaten er aan. Toen hebben ze een ceremonie gehouden en ze verbrand.
Het was een zeer indrukwekkende dag. Rudy heeft nog even de fishballs geprobeerd. Prima te doen. Nu wil ik wel naar onze slaapplek. Ik wil douchen. We wisselen van onderkomen. Het was nl niet zo bijster veel. Maar de missende wc bril deed t wel. Even verderop een prima hotelletje. Heerlijke zachte bedden en een electrische douche. Het zweet eraf wassen!
Wat een rare dag vandaag. Om 8 uur staat Victor op de stoep om ons naar de rijstvelden te brengen. De straten zijn nat. Het heeft volgens Rudy de hele nacht geregend. Ik heb niks gehoord. We rijden onder lichte regenval naar Banaue voor de rijstvelden. We zouden regelmatig stoppen. In t begin hebben we dat ook wel gedaan. Om 9.14 uur krijgen we weer een noodplan. Zo’n zelfde als in Taiwan. Nu geen aardbeving maar een tyfoon. Het is een beetje onwerkelijk. Victor blijft rustig. En het weer verandert ook niet zo 1, 2, 3. Dus ik denk tyfoon??? Ik zie veel kinderen op straat spelen en vraag aan Victor of die niet naar school moeten. Nee. Omdat die Tyfoon er is. Oww. We belanden bij een uitkijkpunt. In de verte zie je rijstvelden. Er is ook een oude meneer in traditionele kleren. Misschien kunnen we wel op de foto zegt Victor. Voor een klein prijsje. Dat doe ik maar. Je probeert zo hier en daar wat te ondersteunen. Ik mag zelfs de speer van meneer vasthouden 🤣. We rijden verder. Dan zijn we bij de rijstvelden Banaue en het is droog. Ik schiet wat plaatjes. Het is mooi hoor. Hier zit een mevrouw in traditionele kledij die ook graag op de foto wil. Huppakee. Ook maar even en dan is t voor vandaag genoeg. We komen er nl nog een paar tegen. Toen we geen belangstelling toonden kleedde ze zich vlug om en ging ze in haar paarse legging richting huis.
De rijstvelden hebben we van alle kanten gezien. Toen kwam Victor met een verzoek. Door de tyfoon was het veiliger om via een onder route naar Cauayan te rijden. Of we dat erg vonden. Hij had ook al even overlegt met zijn baas. Nee natuurlijk vinden we het niet erg. Veiligheid voorop. We hebben te maken met veel aardverschuivingen. Een grote hoeveelheid grond komt van de berghelling af. Er ligt veel puin op de weg. Het is een uitdaging om te rijden. Tevens zijn er veel vrachtwagens. Dus het schiet sowieso niet op. Zware trucks die bijna niet de helling op komen. Wegen die vaak maar 1 weghelft hebben. Kinderen en honden die op de weg spelen. We zijn blij dat we zelf niet rijden. Hoe meer we richting de eindbestemming komen hoe meer we zien wat de tyfoon heeft gedaan. We zitten hier niet in t hartje van de tyfoon. Gewaaid heeft t hier zeker. Huizen, bomen, verlichting veel is omgewaaid. Maar het dagelijks leven gaat gewoon door. Het is druk op de weg. Iedereen rijdt weer naar z’n bestemming. Het leven gaat weer door. Het is donker in Cauayan. Volgens Victor heeft het hotel wel een aggregaat. We krijgen een warm welkom samen met een komkommerdrankje. Komkommer met lemon is een veelvoorkomend drankje hier. De wifi doet het niet. Maar voor de rest werkt alles. We settelen ons. Later wordt er een brief onder de deur geschoven. Er wordt ons soep aangeboden om ons een comfortabel gevoel te geven tijdens deze tyfoon. Hoe gastvrij is dat. De soep is prima. Ik gooi er wat gedroogde uitjes in en lepel het naar binnen. Dat blijkt gedroogde knoflook te zijn. Veel doen ze hier met knoflook. Op de pinda’s. In de rijst en dus de soep. We besluiten om t hotel te blijven en daar een hapje te eten. Prima maaltijd. Het voelt wel een beetje ongemakkelijk. Er zijn zeker 10 mensen in de bediening. Er zit nog maar een handje vol mensen in het restaurant. Ze zijn zeer voorkomend en alles kan geregeld worden. Er is wel een hiërarchie. De een mag opnemen. De ander mag afhalen. En wij zijn net zo’n bijzonderheid als wij hen vinden. We zijn net reuzen hier.
Vanmiddag zijn we in de Jollibee geweest. Jollibee is de Filipijnse evenknie van de McDonalds. Iedereen zat nog net niet met open mond naar ons te kijken. Maar t scheelde niet veel. Bij Jollibee kun je hamburgers en kipnuggets krijgen. Maar ook spaghetti. Probeer t een keer zou ik zeggen.
Vandaag hebben we een rit van 10 uur voor de boeg. Half 9 vertrekken we. Het had van ons wel wat vroeger gemogen. Het is 406 km. Waarvan alleen de laatste 150 snelweg is En die bleek ook nog eens vast te staan. Het is de 15e van de maand en dan krijgen de Filipijnen hun salaris. Ze krijgen de 15e en de 30ste hun salaris. En dat wordt gelijk uitgegeven. Dus we doen er een dikke anderhalfuur langer over. Het is een prachtige dag. Jammer dat we in de auto zitten 😊. Victor brengt ons heelhuids terug naar Manila. We hebben wel veel te zien onderweg dus echt vervelen doen we ons niet.















Plaats een reactie